december 3, 2021

ILO

onder bepaalde omstandigheden staat IAO-Verdrag nr. 95 de gedeeltelijke betaling van lonen in natura toe, met name wanneer een dergelijke vorm van betaling gebruikelijk is, geschikt is voor persoonlijk gebruik en ten behoeve van werknemers en hun gezinnen, en de waarde van dergelijke uitkeringen faior en redelijk is. Zie punt 1.6 voor een overzicht.

samenvatting:

  • huishoudelijk personeel moet recht hebben op voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan voor werknemers in het algemeen.
  • wanneer een minimumloon voor huishoudelijk personeel wordt vastgesteld, moet dit in contanten worden betaald.
  • indien betalingen in natura worden toegestaan, kunnen de voorwaarden niet minder gunstig zijn dan voor werknemers in het algemeen; zij dienen beperkt te blijven tot het persoonlijke gebruik en het voordeel van de werknemer en zijn gezin; zij dienen eerlijk en objectief te worden gewaardeerd; en zij mogen de beloning die nodig is voor de behoeften van huishoudelijk personeel en hun gezinnen niet onnodig verlagen.
  • indien huishoudelijk personeel verplicht is te wonen, mogen geen inhoudingen op het loon voor huisvesting worden toegestaan, tenzij de werknemer hiermee instemt.

het effect van betaling in natura bij huishoudelijk werk

bij huishoudelijk werk is het vrij gebruikelijk dat een deel van het loon in natura wordt betaald. Huishoudelijk personeel dat in de huizen van met name hun werkgever woont, ontvangt maandelijks een salaris dat lager is dan het gemiddelde, omdat zij huisvesting ontvangen. Werkgevers van huishoudelijk personeel kunnen ook maaltijden die worden afgetrokken van het betaalde loon, ongeacht of ze wonen in of uit.
terwijl het ontvangen van voedsel en huisvesting van de werkgever van nut kan zijn voor de huishoudelijke werknemer, en van kosten voor de werkgever, het ontvangen van dergelijke betalingen in natura als onderdeel van het minimumloon maakt deze werknemers meer afhankelijk van de werkgever. Dit kan op de lange termijn negatieve gevolgen hebben voor hun pensioen-en andere op inkomen gebaseerde socialezekerheidsregelingen.
bovendien kan een huishoudelijk werknemer die in het huis van zijn werkgever woont, onderdak ontvangen, maar het betekent ook dat in geval van een onoplosbaar geschil, die werknemer zowel baan als onderdak zou verliezen. Bovendien moeten huishoudelijk personeel voldoende geld verdienen om onderdak en voedsel te bieden aan hun eigen gezin, terwijl ze genoeg sparen voor hun toekomst en die van hun gezin.”
het Comité van deskundigen heeft ook het idee versterkt dat betalingen in natura niet noodzakelijk ten goede komen aan de werknemer. In het algemeen overzicht van de rapporten betreffende de bescherming van de lonen Verdrag, 1949 (nr. 95), en de bescherming van de lonen aanbeveling, 1949 (nr. 85), het Comité van deskundigen stelt dat:

” beloning in de vorm van toelagen in natura, dat wil zeggen levering van goederen en diensten in plaats van vrij omwisselbaar wettig betaalmiddel, heeft de neiging het financiële inkomen van de werknemers te beperken en is derhalve een twijfelachtige praktijk. Zelfs in de sectoren of beroepen waar een dergelijke wijze van betaling al lang bestaat en door de betrokken werknemers goed wordt ontvangen, is er nog steeds behoefte aan waarborgen en wettelijke bescherming tegen het risico van misbruik.”

beperking van de betaling in natura

erkenning van de hoge prevalentie en de soms onrechtmatige praktijken van het betalen van huishoudelijk personeel in natura – en de risico ‘ s die werknemers als gevolg daarvan lopen – bepaalt Verdrag nr. 189 uitdrukkelijk dat huishoudelijk personeel in contanten moet worden betaald, zoals werknemers in het algemeen. Het legt strikte beperkingen op aan het deel van het loon dat in natura kan worden betaald, wanneer dergelijke betalingen kunnen worden gedaan, en wat zij kunnen inhouden, onder voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan die welke de werknemers in het algemeen genieten.
een beperkt deel van de beloning in de vorm van betalingen in natura kan worden toegestaan onder de volgende voorwaarden::

  • betalingen in natura kunnen niet minder gunstig zijn dan die welke algemeen op andere categorieën werknemers van toepassing zijn.
  • de werknemer moet akkoord gaan met de betalingen in natura.
  • de betalingen in natura moeten bestemd zijn voor persoonlijk gebruik en ten behoeve van de werknemer; en
  • de aan dergelijke betalingen in natura toe te kennen geldwaarde moet billijk en redelijk zijn. (Art. 12(2))

paragraaf 14 van de aanbeveling huishoudelijk personeel, 2011 (nr. 201), geeft nadere richtsnoeren over hoe beleidsmakers ervoor kunnen zorgen dat betalingen in natura niet worden misbruikt. Deze bepalingen zijn ook in overeenstemming met de bepalingen van artikel 4 van Verdrag nr. 95, dat ook tot doel heeft werknemers te beschermen tegen misbruik of buitensporige betalingen in natura. Het is eveneens van toepassing op huishoudelijk personeel
wanneer wordt voorzien in de betaling in natura van een beperkt deel van de beloning, dienen de leden te overwegen:

a) vaststelling van een algemene limiet voor het gedeelte van de beloning dat in natura mag worden betaald, zodat de beloning die nodig is voor het onderhoud van huishoudelijk personeel en hun gezinnen niet onnodig wordt verminderd;
b) berekening van de geldwaarde van betalingen in natura aan de hand van objectieve criteria zoals marktwaarde, kostprijs of prijzen die door de overheid zijn vastgesteld, al naar gelang het geval;
C) beperking van betalingen in natura tot die welke duidelijk geschikt zijn voor persoonlijk gebruik en voordeel van de huishoudelijk werker, zoals voedsel en huisvesting;
(d) ervoor te zorgen dat bij een binnenlandse werknemer is verplicht om te wonen in een accommodatie die door het huishouden, geen aftrek kan worden gemaakt van de vergoeding met betrekking tot de accommodatie, tenzij anders is overeengekomen met de werknemer; en
(e) ervoor zorgen dat de items die direct in verband met de uitvoering van huishoudelijk werk, zoals uniformen, instrumenten of beschermende apparatuur, en hun reiniging en onderhoud, worden niet beschouwd als betaling in natura en hun kosten niet in mindering gebracht op de bezoldiging van de huishoudelijk werker. (para. 14)
hoewel in de Overeenkomst en de aanbeveling geen specifieke drempel voor betalingen in natura is vastgesteld, heeft het Comité van deskundigen twijfel geuit over betalingen in natura die meer dan 50% van het loon bedragen (zie punt 1.6)

deze maatregelen waarborgen de doeltreffendheid van de bescherming van het minimumloon. Door ervoor te zorgen dat huishoudelijk personeel voldoende geld verdient, beschermen beleidsmakers hen effectief tegen onaanvaardbare vormen van werk en situaties van misbruik waarmee zij thuis bij hun werkgever te maken kunnen krijgen.

in de praktijk

  • verbod om betalingen in natura in mindering te brengen op het minimumloon
  • meting van de waarde van betalingen in natura
  • moet de waarde van betalingen in natura worden meegeteld voor de sociale premies?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.