ads
Abstract
dit artikel biedt een resolutie voor het debat tussen constructivisten en realisten over de epistemologische status van menselijke kennis. Er wordt bewijsmateriaal gepresenteerd in de vorm van drie casestudies en één experimenteel onderzoek. De conclusie is dat kennisverwerving een patroon van idee (representatie) generatie en test impliceert dat, wanneer gegoten in de vorm van een verbaal argument, volgt een als/Dan/daarom patroon. Zelfgegenereerde ideeën/representaties worden getest door verwachte en waargenomen resultaten te vergelijken. Ideeën kunnen worden behouden of verworpen,maar kunnen niet worden bewezen of weerlegd. Daarom is de absolute waarheid over alle ideeën, inclusief het idee dat de buitenwereld bestaat, onbereikbaar. Maar leren op alle niveaus boven de zintuiglijke motor vereist dat men het onafhankelijke bestaan van de buitenwereld aanneemt omdat alleen dan het gedrag van de objecten in die wereld kan worden gebruikt om latere hogere-orde ideeën te testen. In de uiteindelijke analyse, ideeën – met inbegrip van wetenschappelijke hypothesen en theorieën – staan of vallen, niet als gevolg van sociale onderhandelingen, maar als gevolg van hun vermogen om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen. Hoewel het kennisverwervingsproces beperkingen kent, resulteert het gebruik ervan niettemin in steeds nuttigere representaties van een veronderstelde externe wereld zoals blijkt uit de technologische vooruitgang die ontegenzeggelijk is gebaseerd op een gedegen wetenschappelijke theorie. De primaire educatieve implicatie is dat de wetenschap instructie moet blijven toegewijd aan het helpen van studenten begrijpen van de cruciale rol gespeeld door hypothesen, voorspellingen en bewijs in het leren.